Griekse planten (4) P t/m R

 

Papaverfamilie – Papaveraceae

 

Gele hoornpapaver – Glaucium flavum crantz

 In Griekenland een veel voorkomende plant. In Nederland opgenomen op de rode lijst als zeer zeldzaam. Groeit op zandstranden en kiezelstranden, langs de kant van de weg en op heuvels. De bloemen kunnen een diameter tot 9 cm krijgen. De plant is 30 tot 80 cm hoog. De plant bloeit van eind maart tot eind augustus.

 

Grote klaproos – Papaver rhoeas

 Een zeer veel voorkomende plant in Griekenland. Bloeit van februari tot eind juli. Veel te vinden in olijfboomgaarden, weidegrond maar ook wel dicht bij het strand. Hoogte 20 tot 60 cm. De plant wordt ook wel eens rode papaver genoemd. Het is een pioniersplant; een plant die zich gemakkelijk verspreidt naar een stuk grond dat sinds kort beschikbaar is voor begroeiing.

 


Rafflesia familie – Rafflesiaceae

 

Roze Hypocist – Cytinus hypocistis

Deze plant is een parasietplant. De plant parasiteert op een plant uit de zonneroosjesfamilie. De plant groeit meestal in groepen op een hoogte van 5 tot 10 centimeter. In Griekenland groeit de plant op droge, zonnige plaatsen in de lage berggebieden. Deze foto’s zijn gemaakt op het eiland Thassos. Bloeiperiode van half maart

tot begin juli. De naam hypocistis is gegeven door Pedianus Dioscurides (Dioscorides).

 


Ranonkelfamilie – Ranunculaceae

 

Juffertje-in-het-groen – Nigella damascena

 De verschillende varianten hebben blauwe tot bijna witte bloemen. De uiteinden van de bloem zijn overeenkomstig met het blad van de plant. Het is een plant die van nature uit het Middelands zeegebied komt. De zaadbol wordt wel in droog-boeketten gebruikt. Bloeit vanaf half maart tot begin juni. Hoogte 10 tot 50 centimeter.

 

Valse ridderspoor – Delphinium ajacis    

 Mooie diepblauwe bloemen, er zijn ook roze en witte varianten. Bloeiperiode vanaf half april tot eind juli. Hoogte van de plant 40 tot 80 cm. Volgens de Griekse mythologie is de plant ontstaan uit het bloed van Homerus zijn held Ajax toen deze zichzelf om het leven bracht.

 


Ruwbladigenfamilie –  Boraginaceae

 

Bernagie of Komkommerkruid  –  Borago officinalis

 De Bernagie is een veel voorkomende plant in het wild in Griekenland. Het is een ruwharige plant met blauwe stervormige bloemen. De plant bloeit vanaf eind februari tot begin juni in velden en in de phrygana (vegetatie tot circa twee meter hoogte). De plant is rijk aan kalium en andere nitreuze zouten en heeft hierdoor talloze medische eigenschappen. In het oude Griekenland werden de bloemblaadjes gebruikt tegen depressiviteit. Tegenwoordig wordt het jonge blad nog wel als chorta gegeten (gekookt als spinazie). Het blad en soms de bloem wordt verwerkt in salades, de smaak lijkt op komkommer. In grote hoeveelheden is dit echter schadelijk voor de lever.

 

 Ossentong undulata  – Anchusa undulata of Anchusa hybrida

De Anchusa soorten worden in het Nederlands Ossentong genoemd. Er zijn circa 45 soorten Anchusa, de planten hebben meestal behaard blad en roze of helder blauwe bloemetjes. In de Griekse oudheid werd van de wortel van de Anchusa een rode kleurstof gemaakt die als verf werd gebruikt. De plant stond ook bekend om geneeskrachtige eigenschappen. Volgens de Griek Dioscorides hielp een aftreksel van het blad of de wortel tegen slangenbeten of andere giftige dieren. Ossentong undulata, de toevoeging undalata geeft de golvende vorm van het blad aan. De plant groeit in het wild in Griekenland op velden, heuvels en aan wegkanten. De plant is circa 20 tot 40 centimeter hoog en bloeit vanaf half maart tot begin juni met donkerroze of blauwpaarse bloemen.

 

Paars Slangenkruid – Echium plantagineum

De naam Echium zou kunnen komen van het Griekse woord voor adder of gifslang. De plant groeit in Griekenland meestal bij zee in de maanden april en mei. Hoogte van de plant 20 tot 70 centimeter. De plant is tweejarig en monocarpisch (plant zich maar eenmaal voort, bloeit één keer). 

 

Zeesmeerwortel of Griekse Cerinthe  –  Cerinthe retorta syn. Cerinthe atropurpurea Een inheemse Cerinthe en waarschijnlijk ook een endemische soort in Griekenland. De plant bloeit vanaf maart tot eind juni in een rotsachtige en kalkrijke omgeving en is 60 centimeter tot 1 meter hoog. De groei- bloeiwijze doet denken aan een herdersstaf, de bloem heeft een ronde kromming aan het uiteinde. Met deze kromming aan de staf kan een herder een geit of schaap aan zijn poot uit een spleet halen. De naam Cerinthe zou kunnen komen van Kyrenia, de inwoners van Kyrenia waren Griekse kolonisten uit de Peloponnesos.

 

 

flora in Griekenland    Griekse planten A t/m H    Griekse planten K t/m Le   Griekse planten Li t/m N  

 

orchideeën    Griekse planten P t/m R    Griekse planten S t/m Z    bomen en struiken

 

©  Ecogriek